Als je het woord opvoeden intypt in google krijg je meer dan 2,5 miljoen hits. Er zijn online meer dan 500 boeken te verkrijgen over het onderwerp.
Mindful opvoeden, ontspannen opvoeden, gelukkig opvoeden, gender-neutraal opvoeden, ouderwets opvoeden, positief opvoeden, modern opvoeden, gewoon opvoeden, religieus opvoeden, multicultureel opvoeden, stoppen met opvoeden of spiritueel opvoeden. Alles komt voorbij. Opvoedmethoden, opvoed-tactieken en trucs, gouden opvoedtips, hulp bij opvoeding, klasjes, cursussen en poli’s.
Wat zijn er toch veel verschillende meningen, ideeën en inzichten over opvoeden. Er is altijd wel iemand die het beter lijkt te weten. Iemand met een aannemelijke en prikkelende mening over opvoeden.
Dit hele opvoedcircus kan een hoop gedachten oproepen op bij ouders.
Doe ik het wel goed?
Ben ik niet te streng of juist te soft?
Juist niet zoals mijn ouders of toch wel?
Wat als mijn kind ontspoort?
Je kunt aan jezelf denken in de toekomst, met spijt over de keuzes die je hebt gemaakt. Dit soort scenario’s vullen je hoofd en geven onrust. De neiging is om vanuit angst meer kennis te gaan vergaren, nietwaar? Met meer onzekerheid tot gevolg?
Elk kind is totaal anders. Iedereen met meer dan 1 kind of met een broer/zus weet dat. Elke situatie vraagt weer wat anders van je als ouder. Wat op het ene moment werkt, blijkt in een andere situatie niet te werken. Opvoeden vraagt vooral van ons dat we ruimte hebben voor nieuwe inzichten. Als je hoofd vol zit met regeltjes en overtuigingen, is die ruimte er niet. Dan is opvoeden zwaar, een lijdensweg. Het voelt alsof je faalt.
Veel gedachten over opvoeden gaan over later. Dit is normaal. Logisch zelfs. Je wilt je kind voorbereiden op de toekomst. We weten alleen niet hoe die toekomst eruit gaat zien en wat er gaat gebeuren. Gedachten hierover kunnen hooguit op dit moment een hoop zorgen geven.
Alle gedachten over opvoeden en de gevolgen op langere termijn zorgen ervoor dat je verder verwijdert raakt van je instinct. Je raakt het contact kwijt met het huidige moment. Wat als dit alles zo’n kramp geeft in je doen en laten, dat je niet meer kunt handelen op dat instinct? Dat eigen ‘boerenverstand’ dat er altijd is, in elke situatie?
We zijn gewoon dieren. Elke diersoort heeft een instinct waar het op kan vertrouwen, wij ook.
Kijk eens naar de apen. Die hebben geen onzekerheden over de opvoeding van hun kroost. Ze weten instinctief hoe te handelen. Ze doen hun best. Niemand twijfelt daar aan.
Wat als je ervan uit mag gaan dat we ook ons best doen? Dat we alles al in ons hebben om een goede ouder te zijn voor onze kinderen? Dat dit het uitgangspunt is in plaats van een bepaalde opvoedmethode?
Hoe comfortabeler je bent met het niet weten hoe het precies moet en hoort, hoe makkelijker je kunt loslaten wat niet werkt. Je creëert zo ruimte om iets nieuws te proberen, een nieuwe ervaring op te doen. Het huidige moment leidt je als vanzelf (instinctief) naar wat jou helpt. Wellicht popt er spontaan iets op in je hoofd of wordt je inspireert door een methode, tip, boek, gesprek met iemand of door je eigen kind.
Is dit niet precies wat we onze kinderen ook kunnen en willen leren?
Dat ze hele gewone mensen zijn en dat daar gedachten, emoties, angsten en gedragingen bij horen? Die komen en gaan?
Dat ze niet alles hoeven te weten en overal een mening over hoeven hebben? Dat ze niet achter de meningen van anderen aan hoeven te lopen?
Dat ze op elk moment de beste versie van zichzelf zijn?
Dat ze geen garanties hebben over de toekomst en dat dit helemaal oke is?
Dat ze altijd maar 1 gedachte verwijderd zijn van een totaal nieuwe ervaring en altijd beschikking hebben over een instinct?
En realiseer je: kinderen leren niet door wat wij tegen ze zeggen, ze leren door te observeren en te kopiëren.